It’s a long way home

13 augustus 2022 - Elburg, Nederland

En toen gingen we alweer naar huis! We hebben maar weer eens bewezen dat de tijd kan vliegen als je het naar je zin hebt (nu moeten we zelf nog weer in de grote vliegende bus zien te komen 😉). Gelukkig hadden we eerst nog tijd om even rustig op te starten vanmorgen, dus om nog een keer een lekker Amerikaans ontbijtje naar binnen te werken (onze vaste recept: voor mij toast met bacon en voor Gert pannenkoeken). Dat wordt afkicken straks van alle vettigheid en het stevige ontbijt wat we hier bijna elke dag hebben gehad. Na vandaag zowaar 2 bakjes koffie opgedronken te hebben, gingen we nog even op pad in de stad. Op zich geen straf dat vandaag onze laatste dag was, want het was echt nu al moeilijk warm. Ze hadden voor vandaag dan ook 40 graden afgegeven; een dagje hangen in de airco is dan ook niet zo’n straf voor vandaag.

Met ons blokje om waren we een postkantoor tegengekomen vanwaar we een paar kaartjes richting het thuisfront konden sturen. Het duurt nog een paar weken voordat ze in Nederland zijn, maar toch leuk om vanuit hier wat kaartjes te verzenden. Eenmaal in het postkantoor bleek dit de enige plek waar ze wel fanatiek controleerden op mondkapjes (lees: de man achter ons zonder mondkapje werd gewoon de tent uit gebonjourd) en de enige winkel in heel New York waar er geen haast lijkt te zijn. Hoe lang de dame die hier werkte over een envelop pakken kon doen was echt gewoon knap (in die tijd hadden wij de kaart bijna zelf naar Nederland kunnen brengen). Nadat we door de kaartjes helemaal onder de glitter waren komen te zitten, lekker kitsch is niet lelijk, en de enveloppen hadden geschreven mochten we ze zelf posten in de blauwe brievenbussen. Ik had hem nog bijna in de recyclingsbak gegooid, want die was ook blauw, maar als het goed is is het nu bij de post terecht gekomen. Het zal mij benieuwen.

Na deze lange stop bij het postkantoor was het weer tijd om naar het hotel te gaan en de opnieuw te controleren of echt alles in onze koffer zat. Met een handbagagekoffertje vol souvenirs en de grote koffers vol vieze kleding konden we vervolgens uitchecken bij het hotel en wachten op de taxi. De man achter de balie van dag 1 was nu opeens erg hartelijk en hoopte dat we nog eens zouden komen. Alsof je zijn vriendelijkheid even moest verdienen hier door een goede gast te zijn. We ploften neer op een bankje om te wachten op de taxi en konden zo nog even rondkijken welke mensen er nog meer in de lobby zaten en wie er allemaal binnen kwamen. Zo kwam er naar een tijdje een oudere meneer binnen die om een opschrijfboekje kwam vragen. De man ging met ons in gesprek over dat dit hotel zo’n verborgen pareltje is in NY vanwege de goede plek maar relatief lage kosten. Hoe we daar nou precies kwamen weet ik niet meer, maar na nog eens 5 minuten stond deze man zijn hele levensverhaal te vertellen inclusief een stukje over een Nederlands meisje op zijn opleiding en een Afrikaanse meneer die met haar ging dansen en werd uitgelachen door zijn vrienden (iets met: ze gingen gewoon dansen terwijl je eigenlijk hoorde te stijldansen volgens die vrienden). Wij hebben schijnbaar de uitwerking op mensen dat zij hun hele levensverhaal gaan vertellen; hoe veel verhalen wij deze vakantie niet hebben gehoord 😉.

Nadat we zeker 20 minuten hadden gewacht gingen we toch maar even aan de man achter de balie vragen of we niet buiten moesten wachten. Hij vertelde ons dat onze taxichauffeur vast stond in het drukke verkeer, maar dat we nog ruim op tijd waren om ons vliegtuig te gaan halen. Toch fijn, zo’n excuus dat je elke dag kan gebruiken om overal te laat te komen 😉. Toen de taximeneer er eenmaal was bleek dit een erg aardige vent en bleek zijn auto verrassend groot. In mijn optiek gingen alle koffers nooit in de kofferbak passen, maar warempel het paste gewoon! Wij mochten vervolgens achterin plaats nemen waar de man duidelijk alles netjes had schoongemaakt voor ons en waar we heerlijk de ruimte hadden om comfortabel te gaan zitten. Die ruimte was geen overbodige luxe want waar wij dachten met 45 minuten op het vliegveld te staan, ging de taximan een omweg maken vanwege de drukte en zaten we zeker anderhalf uur in de auto. Toch fijn dat ze hier vaste prijzen aanhouden naar JFK. We besloten er dus maar even van te genieten en lekker uit het raam te kijken terwijl we een heel nieuw deel van New York voorbij zagen flitsen vanuit de auto. Althans, dat was mijn tactiek om met het lange rijden om te gaan; Gert ging druk in gesprek met Hosé de taximan, een heel deel ook in het Spaans, dus ik hoefde me na een gesprekje in het Engels niet meer te veel te richten op wat er allemaal gezegd werd. In het deel in het Engels had de man hele verhalen over zijn woonplaats, legde hij het verschil uit tussen zijn taxi en de gele taxi’s die je hier rond ziet rijden (die zijn veel minder schoon want waar kan een toerist gaan klagen over die taxi? Onze taxi was gebeld door het hotel en dus hadden wij een plek om te gaan klagen en Hosé extra veel reden om zich netjes te gedragen) en had hij van alles te vertellen over zijn kleinkinderen. Dat laatste bleek niet het meest ideale onderwerp, want terwijl ik me vergaapte aan de etalages van de echt dure merken zoals Dior en Versace (hier zaten die dus en ik maar denken dat het gisteren al veel te luxe was) had Gert de unieke kans om onze taxichauffeur in een ware Wilhelm te zien veranderen. De man ging foto’s van zijn kleinkinderen laten zien, bank zaken regelen, bellen met een vriend en appen met het hoofdkantoor en dan ondertussen ook nog autorijden! Daarmee bewees hij ook dat multitasken echt een vak apart is, want een paar keer moesten er toch wat auto’s voor ons even op de rem of aan de kant. Hij had overigens ook nog echt tijd voor ons door midden op een brug aan te geven dat we langs een mooi observatiepunt kwamen en daar zelfs even langzaam te rijden zodat we nog een laatste foto van de New Yorkse skyline konden maken (het blijft mooi). Nadat we ook nog door een deel van New York hadden gereden waar ze zowaar wat laagbouw hadden en flats die identiek waren (daar hoefde je in het centrum echt niet naar te zoeken) kwamen we gelukkig zonder kleerscheuren aan bij het vliegveld. Voordeeltje van deze rit: we waren nu wel helemaal wakker (ook omdat er een pieptoon ontstond in de auto die maar niet ophield; lang leve de oortjes en gedownloade muziek) en klaar om het hele proces van inchecken weer door te gaan.

Waar we net als op Schiphol lange rijen en veel hectiek hadden verwacht bleek het allemaal zeer rustig hier en waren we zo aan de beurt. Gelukkig waren we niet de enige prutsers die zich keurig 4 uur van te voren meldden op het vliegveld en konden we al inchecken. De dame achter de incheckbalie was niet per se heel vrolijk, maar kon ons wel vertellen dat zij nog niks had gehoord over koffers die niet aankwamen op Schiphol. Hopelijk gaat het voor ons dit keer ook voorspoedig. Na het inchecken gingen we de security line in waar er op een bordje stond dat we vanaf daar nog 15 minuten moesten wachten. Na een kwartiertje waren we inderdaad aan de beurt (ze lieten hier ook mensen voor die anders hun vliegtuig gingen missen, het kan dus wel 😉, anders waren we zelfs binnen het kwartier aan de beurt geweest). Dat ik nog een beetje wakker moest worden bleek maar weer toen daar om mijn paspoort werd gevraagd, maar ik in mijn optiek de mevrouw voor mij ook dichter naar het scherm toe had zien lopen en voor het scherm dus ging kijken naar een camera die er niet hing. Terwijl Gert nogal moest lachen bekeek de dame achter de balie me nog een keer goed; gelukkig mochten we na het laten zien van onze paspoorten gewoon doorlopen.

Nadat we weer alles door de scan hadden laten gaan en weer van alles hadden uitgetrokken (schoenen, riemen, truien) waren we volledig gecheckt en niet te licht bevonden. Tijd om de vertrekhal op te gaan zoeken dus (voor ons hal 2 van de 8!). Intussen was het half 2 en werd het tijd voor lunch. We liepen door de vertrekhal, bekeken verschillende eettentjes (bij 1 hadden ze een bar die was gemaakt van een volkswagenbusje; super vet!) en sloten toch maar aan bij die ene waar alle mensen in de rij gingen staan: de grote M. Hier voor het eerst in mijn leven een dubbel Quarter Pounder gehad en voor Gert een Mc Chicken in een parpiertje (‘Wie verzint dat nou?!’ aldus Gert). Vervolgens gingen we op zoek naar een nekkussen voor in het vliegtuig (waar we waarschijnlijk veel te veel voor hebben betaald) en ging ik even een rondje wandelen door de vertrekhal. Ze hadden hier een grote legowinkel en daarom in de hele hal beelden van lego neergezet (het vrijheidsbeeld, time square, een piloot die de weg wees en een soort Andy Warholl achtig ding); toch leuk om even te bekijken. Verder lekker rondgekeken in de leuke boekenwinkels hier (ik ben intussen een prentenboek over wolken rijker) en rondgestruind in winkeltjes met woonspulletjes. Ook grappig om te zien: ze verkochten hier Marvel Pandora; die superhelden zijn echt mateloos populair schijnbaar. Na dit rondje van een uurtje, je moet wat met je tijd hier, zocht ik Gert weer op die op een bankje was neergeploft om een podcastje te luisteren en liepen we richting de gate. Terwijl we daar zaten te wachten kreeg Gert nog een enquête in zijn handen gedrukt, maar deze gingen we (net als zo’n beetje alle andere mensen daar) niet invullen. 8 A4tjes met zeker 10 vragen per blad over wat je van de ervaring van het intercontinentaal vliegen vanaf JFK vond; dat is geen vrijwillige vragenlijst meer, dat is gewoon huiswerk. Daarnaast hadden we het overigens veel te druk met van gate naar gate wandelen, want het werd nog zeker 3x aangepast bij welke gate we nu precies moesten zijn. Eenmaal bij de juiste gate werden er om de 5 minuten een aantal mensen omgeroepen, waarop Gert op den duur zei ‘Die meneer en mevrouw van Rijk gaan echt niet meer komen hoor!’ Het was ook een beetje gekmakend, vooral door de niet zo prettige stem die steeds over de intercom heen knalde.

En hoewel we daar toch nog wel even zaten te wachten was het op den duur ook zo tijd om te gaan boarden. Wij waren zone 5 waardoor we als laatste het vliegtuig in mochten en bij een gezin in de rij gingen staan dat we daarvoor net even hadden gesproken over de enquête die zij ook echt niet in gingen vullen (‘Misschien dat mijn kinderen het leuk vinden om dat te doen’; vergeet het maar met die pubers 😉). Jammer genoeg gingen deze mensen later alsnog achteraan aansluiten, daar ging onze smoes om meer vooraan in de rij te gaan staan. Opnieuw dus maar even de naïeve toerist uitgehangen, want wij gingen natuurlijk niet laten gebeuren dat onze handbagagekoffer ook mee moest in het ruim. Nadat we waren bevestigt in het systeem en onze paspoortfoto’s weer eens goed waren bestudeerd, liepen we richting het vliegtuig. Het is dermate luxe hier dat we via allerlei trappen die kant op moesten en zelfs het vliegtuig al helemaal konden zien; toch wel bijzonder. Eenmaal in het vliegtuig leek het er even op dat de stoel naast mij leeg bleef en wilde de moeder achter ons wel met Gert ruilen zodat hij met haar zoons de nieuwe Fantastic Beasts kon kijken en wij een vrouwenfilm uit konden gaan zoeken. Niet veel later bleek het gezin van net voor een deel naast ons te zitten; toch grappig dat dat dan zo loopt. Vervolgens werden er nog wat koffertjes gedraaid zodat toch alles erin paste en werden we naar de baan getaxied (een heel eind, maar dat werd ook netjes omgeroepen). Terwijl er naar mijn idee vlak naast ons een vliegtuig ging landden gingen wij juist met een noodgang de lucht in en konden we na nog een glimp van New York opgevangen te hebben algauw over de wolken heen kijken.

Intussen werd het ook tijd voor avondeten en dus mochten we weer lekker aan het vliegtuig voer. Dit keer mochten we wel kiezen en gingen we voor de curry met kip (of nou ja kip?). Nadat we ook een lekkere salade achter de kiezen hadden en een toetje hadden gekregen ging het licht uit en werd er van ons geacht een poging tot slapen te doen. Terwijl de mevrouw naast ons nog verder ging met breien (ze had gehoopt het in de vakantie af te krijgen, maar zoveel gedaan dat ze er helemaal niet meer naar om had gekeken; wij waren dus niet de enigen die zo idioot veel hadden gedaan) keken wij een stukje van de nieuwste James Bond film (No time to die; goeie titel voor in het vliegtuig). Vervolgens gingen de nekkussens toch maar om en de stoeltjes wat naar achteren (ik leek overigens net een smurf doordat de mijne helemaal blauw was en zelfs een capuchon had) en gingen we een poging voor een dutje doen. Terwijl ik zowaar nog even naar dromenland was, maar door het gehobbel van het vliegtuig en alle mensen die niet gingen slapen ook zo weer wakker was, kon Gert helemaal niet slapen. We besloten dan ook maar lekker relaxt de film van 007 af te kijken en daarna was het alweer tijd voor ontbijt. Zo’n korte nachtvlucht (lees: 6 uur en 15 minuten) waarin je 2x moet eten is toch niet helemaal gemaakt om ook echt te gaan slapen. Het personeel kwam dan ook vragen of we even hadden kunnen rusten i.p.v. of we lekker hadden geslapen 😉.

Met een lekker warm broodje, bakje koffie en de zon die opkomt (ook haast in het vliegtuig; doen ze toch slim met de Phillips Hue lampen) voelt het zowaar een beetje als het begin van een nieuwe dag. Terwijl ik nog even wat muziek ging luisteren ging Gert met ene Poepsegges (hij bedoelde vast wat anders maar wist niet hoe hij dat moest schrijven dacht Gert) Yatzee spelen. Deze poepsegges bleek de zoon van de moeder naast ons en zat dus schuin achter ons in het vliegtuig. Ik heb erg gelachen om zijn ‘Wie is nou Gerdt?’ en het zuchten toen Gert veel punten ging scoren. Uiteindelijk hadden we hele rijen mee aan het lachen toen hij door had dat we vlakbij zaten en Gert hem wat tips ging geven om ook punten te scoren. Nadat we een wat onverstaanbaar praatje van de piloot hadden gehad (die had vast wel lekker geslapen 😉) en we toch met een duidelijke knal op de grond kwamen, konden we eigenlijk zo ons vliegtuig uit (mensen zijn altijd snel als ze graag naar huis willen). Daarna waren we ook zo aan de beurt bij de paspoortcontrole. Het blijft toch raar dat je als Nederlander dan in een snellere rij mag gaan staan en dus overal veel sneller doorheen wandelt. Nadat de paspoorten waren gescand door iemand van de marechaussee, die om de 1 of andere reden altijd op een soort hoge troon zit waardoor jij je net kleinduimpje tegenover de reus voelt, mochten we verder lopen naar de bagageband. Het geluk was dit keer aan onze zijde en onze koffers rolden als 1 van de eersten van de band af. Toch fijn om te weten dat onze koffers niet veel later aan zouden komen en bij die enorme bergen aan verlaten koffers die we hier al hadden gezien terecht zouden komen. Vanaf het moment dat we vanaf de paspoortcontrole kwamen hadden we namelijk al overal in clubjes weeskoffers gezien met als toppunt vlakbij de bagagebanden zeker 50 karren vol koffers achter grote zwarte schermen; die moeten schijnbaar ook ooit een keer nog bij iemand die er vast vol smart op zit te wachten terecht komen. Ik begin nu te begrijpen dat het personeel hier tegen mensen die hun koffer niet kunnen vinden kan zeggen ‘Nou, kies maar een andere uit’. Hier is echt niet tegenaan te werken.

Na ons Hello Goodbye momentje besloten we nog een bakje koffie bij de Starbucks te halen (Gert opnieuw ‘Ik wil eigenlijk helemaal geen koffie’ met een dampende beker koffie voor zich) en gingen we daarna richting de trein. Hier kwamen we erachter dat een kwartier wachten als een uur aan kan voelen en ze hier van de NS en Prorail samenwerken om alle toeristen in de juiste treinen (sommigen niet eens naar Amsterdam!) te krijgen; het kan dus wel 😉. Eenmaal in de juiste trein (Gert supertrots dat we in de trein die ook richting Assen, Arjan, ging; zie hem shinen 😉) moesten we eerst met al onze zooi vlakbij de deur gaan zitten, maar konden we na de eerste stop een plekje in de coupé bemachtigen. Zoals je kunt zien op de foto’s hebben we ons niet helemaal aan het advies ‘Gewoon doorgaan vandaag, dan heb je minder last van de jetlag’ kunnen houden en kon ik een heerlijk dutje doen in de trein. Na dit dutje werd ik trouwens wat verdwaasd wakker en was ik helemaal in de war dat ik hier geen gigantische flatgebouwen zag (mijn hoofd dacht een paar secondes even aan 9/11 2.0). Intussen weten we dat de Jetlag niet te onderschatten is wanneer je richting het oosten gaat, iets met dat je lichaam liever niet in tijd versneld en best makkelijk kan vertragen, maar wat waren we er aan toe om even te slapen. Eenmaal op Zwolle konden we nog net de bus halen en kregen we mee hoe de buschauffeur wanhopig aan een Oekraïner die geen Engels en geen Nederlands kon probeerde uit te leggen dat hij niet genoeg geld had om mee te kunnen met de bus. De man kon ook niet uitleggen waar hij heen moest, waarop de buschauffeur maar gewoon in het Nederlands tegen hem ging praten. Dit was ook echt niet te doen. Toen we uit de bus stapten en ik met de grote koffers in de weer ging over het fietspad richting huis, bleek maar weer dat we weer in Nederland waren. We trokken nogal wat bekijks met onze koffertjes; in New York val je echt bijna nooit op en word je nooit op die manier bekeken 😉.

Eenmaal thuis waren we ook wel weer blij om lekker in onze eigen vertrouwde omgeving te zijn. De vakantie is echt prachtig geweest en we hebben zo veel gedaan en genoten dat ik dankbaar ben voor deze reisblog, omdat ik anders de helft alweer was vergeten. Maar aan alle mooie dingen komt ook weer een eind. Ook wel fijn voor mijn oom nu we weer terug zijn, want Pytha heeft intussen al zijn planten kaal gevreten en de boel weer uitgekotst op zijn vloertje (nog een week daar en we hadden geen vakantieadresje meer voor ons beestje gehad denk ik 😉).

Nu rest mij nog om jullie te bedanken voor het meeleven, de leuke reacties (op de blog of via whatsapp) en het lezen van alle (ellenlange, sorry daarvoor 😉) blogs. Voor ons nu tijd om na te genieten van deze mooie reis. Wie weet tot de volgende!

Luistertip bij dit verhaaltje: De hoogste tijd – André Hazes