Final call for New York City!

27 juli 2022 - New York City, Verenigde Staten

Het wereldwonder vlakbij Toronto hadden we voor de laatste dag dat we een auto hadden bewaard. Kleine disclaimer vooraf: wees voorbereid op de nodige muziekreferenties. Schijnbaar zijn watervallen en water een goede inspiratie voor muziek 😉. Want dat is dus waar we deze dag naartoe gingen: the Niagara Falls!

Met ons ontbijtje in de hand (lees: soort bruine lunchzak met een muffin en croissantje en een grote beker koffie) gingen we richting de parkeerplaats van ons hotel. Een bijzonder fenomeen trouwens hier: achter het hotel zit een convention centre waar zo’n beetje elke avond bruiloften worden gehouden. ’s Avonds staat het dus tjokvol dure auto’s (lees: hummers, Lamborghini’s, etc.), gaan er weet ik hoeveel mensen in nette pakken en jurken naar binnen en wordt er op de billboards reclame gemaakt voor het bruidspaar. De volgende ochtend is de parkeerplaats weer totaal verlaten en lijken wij haast de enigen in ons hotel te zijn. Vanmorgen kwamen we op de parkeerplaats wel 1 van de vele eekhoorns die we hier al hebben gezien tegen: totaal zwart en met een lange staart (nee, geen stinkdieren; we weten het verschil 😉).

Met de auto reden we vandaag opnieuw een totaal andere route dan de afgelopen dagen. Onze favoplaylist ‘RJ’s megamuziek’ aan (met credits aan Roël uiteraard) en gas op die lolly. Dit keer kwamen we over bruggen waardoor we mooi uitzicht hadden over een groot meer en zagen we grote heuvels helemaal vol met bomen. Na ongeveer anderhalf uur kwamen we aan op de parkeerplaats die Ginny ons had getipt. Scheelde toch weer 20 dollar met de meer toeristische parkeerplaatsen. We liepen vanaf de heuvel naar beneden (Gert wilde avontuurlijk doen, dus ging we niet via de trap maar via een soort gras bult; iets met: ‘Snel straks stopt de waterval!’) en hoorden we intussen al het geruis van de watervallen. Na een minuutje of 10 konden we de eerste glimp van de watervallen opvangen en nog eens 10 minuten later stonden we oog in oog met de Amerikaanse waterval van de 2 watervallen die we hier konden zien. Hier bleek ‘every teardrop is a waterfall’ (Coldplay) waarheid te zijn geworden of had iemand Justin Timberlakes advies ‘cry me a river’ wel heel serieus genomen, want wat een water! Vanaf 25 meter hoogte bleef het water maar naar beneden stromen, wat een spektakel. En dit bleek niet eens de hoogste/grootste waterval, die zat ongeveer 100 meter verderop: de Canadese horseshoe falls (in de vorm van een hoefijzer dus). Hier kwam het water vanaf 60 meter hoogte naar beneden kletteren, zo hard zelfs dat ze er wat op moesten verzinnen om de erosie tegen te gaan omdat de waterval over de jaren al 11 kilometer (!) was opgeschoven. Zou toch zonde zijn van al die toeristische attracties als je waterval dan ineens een kilometer verder zit 😉.

Eenmaal binnen kreeg Mpumi gelijk dat het holiday season is hier en er dus ook heel veel Canadezen zijn die de watervallen gaan bekijken. Wat een drukte! Hoewel de dame van de ingang tot het deel achter de watervallen eerst zei dat we met ons eerder gekochte tickets zo door konden lopen, moesten we later toch in de rij om een keycard te gaan halen. Terwijl Gert het niet erg vond om even wat rond te hangen in de rij kon ik de hele (gigantische) souvenirshop bekijken en 2 keer naar het toilet en vervolgens waren we nog niet aan de beurt. Met onze keycard op zak gingen we dus eerst weer naar buiten. Anders gingen we ons boottochtje langs de watervallen missen! Gelukkig mochten we daar wel in 1x doorlopen en werden we onderdeel van de grote rode stroom aan poppetjes die je vanaf de bovenste plateaus de tocht richting de rivier ziet maken. Aan de overkant liepen de smurfen (de blauwe poncho’s) en later vandaag zouden we nog even in een minion veranderen (de gele poncho’s). De poncho zelf was overigens geen overbodige luxe want wat een water zeg als je echt dichtbij de watervallen bent! En hoewel TLC zong ‘Don’t go chasing waterfalls’ is dit echt een enorme aanrader om te gaan doen. De watervallen ervaren vanaf het water is echt een andere beleving waarbij je pas echt doorkrijgt hoe groot en indrukwekkend ze zijn. Heen en weer wiegend op de boot waarbij er als in een attractie gegild werd genoten we van dit terecht bestempelde wereldwonder, een echte ‘Wonderwall’ (Osis) dus. Eenmaal weer aan de kant werden we ontvangen met wat lokale muziek en gingen we op zoek naar lunch. Het werd een hotdog (een soort verre verwijzing naar cake by the ocean van DNCE? 😉) in de schaduw van een boom waar algauw wat andere mensen bij kwamen zitten die ook verkoeling van onze grote gele vriend zochten.

We liepen terug naar ‘Journey behind the falls’ om daar in de volgende rij aan te sluiten. Eenmaal in deze soort attractie van de Niagara Falls konden we heel dichtbij de waterval staan en uitkijken over het eerste punt waar het water van de grote waterval over de rotsen heen gaat. Of nou ja kijken, het werd een soort ‘Singin’ in the rain’ (Gene Kelly) aangezien je haast je duikbril op moest zetten tegen al het water dat je snoetje inkwam. De watervallen zijn zo groot dat het haast niet te vangen is in 1 blik; wel zo fijn om het dan even rustig op je eigen gemakje op je in te kunnen laten werken. Ook konden we hier echt achter de waterval kijken door een aantal tunnels die ze daarvoor hadden aangelegd. Door de wind en rotsen kletterde het ook wel naar binnen waardoor we met natte voetjes weer in de rij voor de lift terug naar boven konden gaan staan. Eenmaal boven was het tijd om naar het volgende te gaan: The White Water Walk. Bij deze route kon je de stroomversnellingen eerder in de rivier zien. Ons kaartje gaf ons ook toegang tot de bus en dus probeerden we met de groene lijn die kant op te komen. Het duurde voor ons gevoel eeuwen voordat de bus een keer kwam en we bleken niet de enigen die fanatiek stonden te wachten op deze bus. Zo werd er haast bij elke bus die voorbij kwam wel geroepen dat dat van de groene lijn was, stond iedereen op en bleek dat elke keer vervolgens niet zo te zijn. Ach ja, we hadden wel tijd om even een praatje te maken met wat dames die daar ook stonden te wachten. Zij hadden allerlei leuke tips voor ons om in New York te gaan doen aangezien ze daar zelf al een aantal keren waren geweest. Even later stonden we dan toch juichend als kinderen die op schoolreisje mogen te springen dat de bus eraan kwam 😉.

We reden over de kade, langs de Rainbow Bridge (‘like a bridge over troubled water’ van Simon & Garfunkel) die halverwege verandert in Amerikaans grondgebied (niet eens in regenboogkleuren, toch een tegenvaller 😉) en kwamen na ongeveer 15 minuten bij het start punt van onze route aan. Hoewel Live zingt ‘Come to the river’ ging dat hier even niet lukken aangezien de lift naar beneden stuk was gegaan en ze hier geen trappen hebben om de grote afstand naar beneden af te leggen. Geen White Water Walk voor ons dus, wel uitzicht op een heel corps brandweermannen die de mensen in de lift en nog beneden kwamen bevrijden toen wij zaten te wachten op de bus terug. De mevrouw naast mij grapte dat zij ook wel gered wilde worden door deze knappe kerels, maar ik was toch blij dat wij gewoon op een bankje op de volgende bus konden wachten.

Eenmaal terug bij watervallen bekeken we deze nog 1 keer goed en zagen we zelfs een regenboog bij een van beiden ontstaan (komt daar ‘Purple rain’ van Prince vandaan?). Met de auto vervolgden we onze weg naar Niagara by the lake, een pittoresk dorpje in de buurt van de watervallen (heel anders dan het bijna Las Vegas gevoel in de straten rondom de watervallen). We reden langs het water, kwamen langs een mooi uitkijkpunt waar iemand zijn zoon aan het uitleggen was hoe hier vroeger door de Engelsen en Fransen gevochten was, zagen enorm uitgestrekte wijngaarden en vergaapten ons aan de gigantische huizen hier. We waren als het ware in het Gooi van deze regio beland. Nadat we de hoofdstraat hadden gevonden die echt bomvol stond met bloemen en planten (die worden allemaal 1 voor 1 bewaterd hadden we eerder vandaag gezien; wat een werk!) parkeerde ik Gert op een terrasje en ging ik on tour voor wat cadeautjes voor het thuisfront. Ze hadden hier gigantische winkels met weet ik hoeveel metalen reclameplaten, een soort Dille en Kamille met onder andere zelfgemaakte jammetjes, een typische bakkerij waarbij je de suiker haast kon ruiken, een kerstwinkel die zelfs nu geopend was (en waar best veel mensen naar binnen gingen; ja, daar heb ik me ook schuldig aan gemaakt) en allerlei kunstwinkeltjes met spullen van over de hele wereld. Benieuwd of de familie kan raden waar we hun souvenirs vandaan hebben gehaald 😉.

Terwijl Gert net aan een bordje (lees: BORD) uienringen was begonnen kwam ik hem opzoeken op het terras van een lokale wijntent waar ze ook heerlijk eten serveerden. De sfeer buiten was echt vakantie-achtig door alle grote bloembakken en de zon die nog steeds fanatiek stond te schijnen. Binnen was een mooie open keuken en een grote wenteltrap; een leuke plek voor een drankje in de avond lijkt me. Niet voor ons overigens, want na zo’n lange dag met allemaal indrukken was het ook fijn om na het eten weer richting ons hotel te karren. Daar aangekomen begon het grote ‘Wat-gaat-er-in-de-ruimbagage-en-kunnen-we-dus-weer-4-dagen-missen’; op elke airport wereldwijd is er gedoe dus dat zal hier vast niet anders zijn. Na een uurtje hadden we bijna alles ingepakt en was het tijd om eindelijk, na deze lange dag, te gaan slapen.

De volgende ochtend was het alweer de laatste echte vakantiedag in Canada. In de ochtend leverden we ‘even’ onze auto in (lees: na een keer of 3 hetzelfde rondje te hebben gereden vonden we eindelijk de drop off plek) om vervolgens alvast in te checken voor onze vlucht. De dames achter de balies dachten dat we onze vlucht wilden omboeken naar vandaag omdat we er dus een dag te vroeg waren, maar no way dat we heel stressvol morgen die kant op gaan vandaar de early check-in. Overigens hadden we dit keer toch maar geluisterd naar de locals en vanuit terminal 3 de trein genomen naar terminal 1, was inderdaad erg snel en super praktisch 😉. Met onze boardingpassen op zak gingen we met de trein richting Down Town voor onze laatste dag in Toronto. We liepen vanaf de trein langs de Lawrence market via de Dollarama (een soort veredelde Action) richting Distillery district, de plek waar vroeger allerlei whisky werd gebrouwen. Dit stukje van Toronto ademt haast Sherlock Homes uit met alle oude gebouwen en vergane fabrieken die nu dienst doen als conceptstores of bierbrouwerijen. Na wat winkeltjes te hebben bezocht streken we neer in de grootste lokale bierproeverij die we konden vinden. Met nacho’s en een proeverij van 8 biertjes (snel overheen lezen oma 😉) gingen we met pen en papier aan de slag voor onze trip naar New York. Het werd nu wel tijd om een beetje te gaan bedenken wat we daar wilden gaan zien en gaan doen.

Hierna was het tijd voor de Hockey Hall of Fame in het ondergrondse deel van Toronto (schijnbaar hebben ze hier een stad van 30 kilometer onder grond gebouwd; niet dat iemand dat echt kan zien of zo, want ja onder de grond maar goed…) Via een winkelcentrum dat al in het teken stond van ijshockey en waar al de nodige shirtjes te bewonderen waren liepen we richting dit soort van museum. Eenmaal binnen werden we overspoeld met kleuren, geluiden, ontzettend veel ijshockey shirtjes (zelfs 1 uit Nederland!), tof gedecoreerde vitrines met allerlei materialen die gebruikt worden/werden bij ijshockey (sommige van die beschermingsdingen zou je nu echt niet meer moeten willen gebruiken 😉) en allerlei beeldmateriaal van vroeger en nu. We begonnen met een 3D film over ijshockey om lekker in de sfeer te komen, bekeken de meeste vitrines en gingen aan de interactieve spelletjes. Dit laatste is een leuk en groot onderdeel van dit museum waarbij je bijvoorbeeld een soort tafelvoetbalspel maar dan van ijshockey (vet moeilijk!) kunt spelen of waarbij je zelf als speler kan schieten of juist kan keepen op een interactieve mat (ook vet moeilijk al deed Gert een goede poging). Ook een leuk onderdeel van dit museum: ik heb zowaar een foto dat Gert ergens een foto van maakt. De Stanley Cup is natuurlijk ook heel vet om in het echt te zien. Het museum zit trouwens ook voor een deel in de oude bank van Montreal wat wel een extra sfeertje toevoegt aan de kamer met alle prijzen erin doordat de oude kluis en het oude plafond van glas in lood er nog in zitten. Met een leuk shirtje en gave puck stonden we ongeveer 3 uur later weer buiten; we hadden zo onze ogen uit gekeken dat we de tijd bijna waren vergeten.

Het werd dus tijd om te eten en voor ons de eerste keer dat we echt op zoek moesten gaan naar een restaurant. Overal liepen hier rijke zakenlui en dames op veel te hoge hakken om iets anders dan een goede kantoorbaan te hebben rond, wat maakte dat we deze restaurants maar even aan ons voorbij lieten gaan. Uiteindelijk kwamen we in een soort overdekt foodtruck restaurant uit waar we in elk hoekje een truck zagen vanuit een andere cultuur. De mensen waren er aardig (giga blij met een complimentje over een trui bijvoorbeeld), de muziek goed en de kip die we bestelden bleek in dit geheel echt heerlijk. Een mooie laatste avond zo al met al.

Na een kort nachtje ging de wekker weer om 4 uur en was het tijd om de laatste dingen in de koffer te doen en afscheid te nemen van ons hotel. Na het uitchecken kregen we nog een kopje koffie mee voor onderweg en streken we voor het hotel neer om te wachten op onze taxi. Zoals al een beetje verwacht kwam deze niet om de afgesproken tijd aanzetten waarop Gert het maar weer eens op een bellen zette (poging 3 naar deze boer deze week). Toen er uiteindelijk wel een taxi aankwam bleek deze echter niet voor ons, maar door de receptie te zijn gebeld voor een andere reiziger. Het kon dus wel dat de receptie hier voor je belde; de man die wij het tot 2x toe hadden gevraagd had het gewoon geweigerd om het voor ons te doen. De chauffeur van de taxi had onze koffers al zo goed als ingeladen toen bleek dat het taxi voor iemand anders was en dus belde hij gauw een collega om ons op te komen halen. Deze man stond nog geen 5 minuten later wel voor ons hotel. De man van de receptie had ons intussen al vertelt dat hij eigenlijk een gigantische hekel heeft aan taxibedrijven (Uber is en beter geregeld en goedkoper bleek) maar dat dit de beste van de slechtste was. De man die ons uiteindelijk op kwam halen was ontzettend behulpzaam, vroeg niet idioot veel en vertelde in de auto dat hij zijn werk zo leuk vond dat hij nu hij eigenlijk met pensioen was nog 3 dagen per weer op de taxi werkte. Ze zullen ook heel wat meemaken in die taxi’s 😉.

Eenmaal op het vliegveld gingen we op de grote borden met de Amerikaanse vlag af; iets wat ons geen windeieren legde. Hoewel de zelf check-in van de bagage niet helemaal werkte waren we zo aan de beurt bij een balie en moesten we vervolgens zelf alsnog onze bagage via de band richting het juiste vliegtuig sturen. Gert helemaal blij dat hij dit ook een keer mee maakte. Volgende op het lijstje was een drugstest en ja hoor, deze kreeg hij ook bij de security controle (een soort balletje aan een stick langs zijn handen en klaar was het weer). Bij deze security controle ging het overigens wel weer wat anders dan in Nederland. Echt bijna alles moest uit de koffer en iedereen ging op zijn sokjes met afzakkende broeken door de poortjes heen. Vervolgens moesten we weer onze boardingpass laten zien om ons aan te melden en door de paspoort controle. Er hing een wat grimmig sfeertje hier; pas in Amerika kwamen we erachter dat dit al de check was geweest van de Amerikaanse marechaussee. Gert ‘Oeee dan heb ik veel te amicaal gedaan!’ Na het inleveren van wat vingerafdrukken (waarbij de beambte toch een keer of 2 voor moest doen hoe dat werkt, want dat doe ik normaal gesproken niet zo vaak) en ik toch maar zei dat we voor vacation onderweg waren (je zal terrorism i.p.v. tourism zeggen!) mochten we echter gewoon doorlopen naar de gate. Daar werd bij het inchecken weer onze boardingpas (keer 4 of 5 intussen) werd gecheckt en de medewerker van West Jet, de soort Easy Jet van deze omgeving zegmaar (zou het zo heten omdat ze ook een East Jet, North Jet en South Jet hebben in dit grote land?), keek of we wel op onze paspoort foto leken. Gelukkig mochten we aan boord stappen en kon onze reis naar New York gaan beginnen!

Liefs Gert en Marita

Luistertip bij dit verhaaltje: maandag: uit RJ’s Megamuziek When I’m gone – Katy Perry; dinsdag: O Canada – Canadian National Anthem

Foto’s